Marc Verberg, Leger des Heils: "Je intentie maakt het verschil"

Bestuurder Gijsbert van Herk gaat elke maand met een samenwerkingspartner in Den Haag en omgeving in gesprek over de kunst van samenwerken: hoe zetten we ons in voor bewoners in onze stad? In deze zesde aflevering spreekt hij met Marc Verberg, regiodirecteur Noordwest van het Leger des Heils.
Hoe kennen jullie elkaar?
Marc Verberg (MV): "Ik hoorde van een collega dat hij in Rotterdam fijn met Gijsbert had samengewerkt. Dat hij (als bestuursvoorzitter Humanitas, red.) initiatief nam om samen te werken en veel voor elkaar kreeg. Ik ontmoette Gijsbert voor het eerst vlak voor een tv-interview voor Omroep West. Staedion zou het voormalige verzorgingshuis Wenckebach in het Laakkwartier slopen. Om nieuwe woningen voor ouderen te bouwen. In Wenckebach woonden kwetsbare mensen, onze doelgroep, die nergens anders terecht konden. Staedion stelde de sloop voor ons uit. Dat was een mooi gebaar: de corporatie wilde het maximale doen voor mensen die onze hulp nodig hebben. Die eerste ontmoeting legde een goede basis voor onze samenwerking."
Gijsbert van Herk (GvH): "Ik was positief verrast over het werk van het Leger des Heils. Ik kende de organisatie vroeger alleen van de collectiebussen. In Rotterdam zag ik wat het Leger des Heils voor mensen - die soms diep in de ellende zitten - kan betekenen. Vlak voor de interviews op camera voor Omroep West stemden we ons verhaal over Wenckebach af. We zijn er voor de mensen die ons nodig hebben en niet altijd zelfredzaam zijn. We hadden kunnen zeggen dat het pand al helemaal op was, dat we andere plannen hadden, dat de mensen eruit moesten. Of dat we naar een oplossing zouden zoeken. Dat laatste deden wij. Marc en ik hadden voor die tv-opnamen al aan een half woord genoeg."
Waar lig je wakker van in je werk?
MV: "De toenemende zwaarte van de problematiek van onze doelgroep. Steeds meer mensen leven op straat met een cocktail van problemen. Zij kunnen nergens terecht. We vangen mensen op, maar de krapte op de arbeidsmarkt neemt toe en we lopen tegen financiële en materiele grenzen aan om adequate huisvesting en begeleiding te bieden. Dat is een grote zorg voor mij. Net als de veiligheid op onze opvanglocaties. Door de bezuinigingen, bij de GGZ en het gevangeniswezen, voelen wij de druk steeds meer toenemen. Hoe kunnen wij de veiligheid op onze locaties en tijdens ons werk op straat garanderen, als wij steeds vaker mensen met zware psychische problemen samen opvangen? Dat vraagt ook steeds meer van onze personeelsleden die we juist zo hard nodig hebben. En natuurlijk hebben we een woonprobleem. Dat maakt ons werk extra lastig. Omdat er te weinig woningen zijn, kunnen mensen niet doorstromen, en loopt het steeds vaker vast in de opvang."
GvH: "De zorg verschuift steeds meer naar de woningcorporatie, maar daar zijn we niet voor opgericht. Maar we moeten ook geen oogkleppen op hebben. Als we er maar niet over hebben, dan is het er niet. Zo lijkt het nu soms. Ik doe daar niet aan mee. We komen als corporatie achter de voordeur, we weten wat er speelt bij mensen die zorg of vaak gewoon een beetje hulp nodig hebben. In mijn werk gaat het vaak over risk, juridisch dichtgetimmerde contracten, over ratio’s, maar het blijft een hele puzzel om het juiste evenwicht te vinden tussen wat is onrendabel versus maatschappelijke investering. Bijna nooit stapt iemand op mij af, die zich zorgen maakt over mensen die nu hulp nodig hebben. Zo leven bijvoorbeeld steeds meer arbeidsmigranten op straat, zonder werk hebben zij geen dak boven het hoofd. Of jongeren die na een periode van steun weer stap voor stap op zichzelf kunnen gaan wonen, maar er is geen woning of kamer te vinden. Om die mensen te helpen, moeten we in oplossingen denken, soms weg van de systeemwereld. Waarom is dat vaak zo ingewikkeld?"

Wat levert samenwerking op voor de stad en de bewoners?
MV: "We voelen beiden onvrede over hoe de keten van wonen, opvang en zorg in de stad is georganiseerd, met veel overleg aan verschillende tafels. We moeten, zoals Gijsbert zegt, niet vanuit het systeem denken, maar vanuit de mensen om wie het gaat. Als je elkaar daarin kan vinden, kom je veel sneller tot een doorbraak. Een voorbeeld? Ik belde Gijsbert, omdat we een plek nodig hadden om meiden tot 23 jaar op te vangen. De nood was hoog. Door samen te sparren, kwamen we tot een oplossing. Staedion had een pand voor ons. Uiteindelijk zijn de meiden op een andere locatie opgevangen, maar die intentie om er samen uit te komen, dat maakt het verschil."
GvH: "We zetten een stap naar voren om iets voor elkaar te krijgen. Het pand voor de opvang van meisjes had een andere bestemming. Maar dat pakken we op. Gewoon doen. Een ander voorbeeld. In een parkje kwamen geregeld drugsverslaafden bij elkaar. Die zorgden voor overlast. Die ruimte hebben we ingericht als grote tuin, waar we activiteiten houden voor de buurt. De activiteiten zorgen voor meer cohesie in de wijk. Buurtbewoners worden bij de activiteiten betrokken. Handhaven of optreden is niet meer nodig."
Wat is een effectieve aanpak?
MV: "Heb vertrouwen in elkaar. Zo brengen we met onze partners in de stad het vastgoed voor maatschappelijke opvang en beschermd wonen in kaart, om te bekijken hoe we die samen goed kunnen inzetten. Voor de opvang van kwetsbare mensen. In zo’n overleg helpt het niet als je de kaarten tegen de borst houdt of te veel vanuit het belang van de eigen organisatie denkt. We moeten er samen voor zorgen dat we tot de best mogelijke oplossingen komen."
GvH: "Daadkracht tonen. Verantwoordelijkheid nemen. Als we samen iets willen bereiken voor de mensen en de stad, moet je in actie komen. Niet wachten. Als je het initiatief neemt, komen zaken in beweging. We hebben met Marc het overleg over het (maatschappelijk) vastgoed opgezet. De gemeente heeft het overleg omarmd. En het mooie is dat de binnen de gemeente de afdelingen Onderwijs Cultuur & Wetenschappen (OCW) en Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) samenwerken op het thema (beschermd) wonen en/of (maatschappelijke) opvang. En daarnaast: speel open kaart, deel de dilemma’s met je samenwerkingspartners."
Hoe kijk je naar de toekomst van de sector?
MV: "We moeten onze samenwerking verstevigen, waarin we elkaar ondersteunen en verder helpen. Zoals we doen met het vastgoed. Onze doelgroepen in de stad, de mensen om wie het gaat, die moeten centraal staan. Dat vraagt soms nog om een andere manier van samenwerken. Ik ben resultaatgericht. Daar blijf ik mij voor inspannen."
GvH: "We kunnen morgen een toegelaten instelling oprichten voor de doelgroepen van het Leger des Heils. Ik noem dit voorbeeld vaak, en vaak wordt er gelachen en gezegd ‘goed idee’. In Finland is dat al de praktijk. Mensen die op straat leven, of dreigen op straat terecht te komen, moeten niet alleen afhankelijk zijn van de woningcorporatie. Ze verdienen, net als ieder ander, een fatsoenlijk dak boven hun hoofd. Want uiteindelijk gaat wonen ook om mensen, net als bij de zorg en opvang."
Interview en tekst: Lisette Vos.
Foto’s: Frank Jansen.
Lees meer over
Thema's binnen dit artikel: Leefbaarheid