Over Staedion

Rijksbouwmeester Francesco Veenstra: ‘Gebruik eerder de kracht van ontwerpers’

Bestuurder Gijsbert van Herk en Rijksbouwmeester Francesco Veenstra

Bestuurder Gijsbert van Herk gaat elke maand met een samenwerkingspartner in Den Haag in gesprek over de kunst van samenwerken: hoe zetten we ons in voor bewoners in onze stad? In deze tweede aflevering spreekt hij met Rijksbouwmeester Francesco Veenstra *.

Hoe kennen jullie elkaar? 

Francesco Veenstra (FV): ‘Voor De Vernieuwde Stad, een samenwerkingsverband van grote woningcorporaties, hield ik een verhaal over de toekomst van de leefomgeving. Wonen speelt daarin een belangrijke rol. Wat we vandaag bouwen, staat er over decennia nog steeds. Mijn boodschap was: de toekomst begint nú. 

Tijdens de bijeenkomst ontmoette ik Gijsbert, Staedion is lid van De Vernieuwde Stad. Hij heeft een fundamenteel andere houding dan veel corporatiebestuurders. Gijsbert kijkt goed om zich heen, denkt na over wat de samenleving nodig heeft, en komt in actie. Dat spreekt mij aan.’

Gijsbert van Herk (GvH): ‘In mijn vorige baan als bestuurder van Humanitas werkte ik al samen met de vorige Rijksbouwmeester. We waren destijds een van de initiatiefnemers, samen met de Raad voor Volksgezondheid en het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) van de prijsvraag Who cares? Met de prijsvraag wilden we ontwerpkracht activeren en ideeën ophalen om de wijken beter in te richten voor ouderen. 

Na de bijeenkomst van De Vernieuwde Stad nodigde Francesco ons uit. Deze keer voor een challenge om nieuwe vormen van wonen en zorg te ontwerpen. Daar zeg ik graag ja tegen. De valkuil van een grote woningcorporatie is dat we vooral druk bezig zijn met dagelijkse zaken. Maar we moeten ook nadenken over innovaties over opgaven op de lange termijn, zoals de vergrijzing. In de Woonzorgchallenge werken we samen met ontwerpers, zorgprofessionals en bewoners buiten onze eigen netwerken.’ 

Waar lig je wakker van in je werk?

FV: ‘Ik lig niet snel ergens wakker van. Ik vind wel dat veel mensen, van ambtenaren tot medewerkers van woningcorporaties, hun potentieel in hun werk beter kunnen benutten. Niet alleen doen wat is voorgeschreven, maar meer. Niet alleen het gat van de lekkage dichten, maar kijken naar de oorzaak van de lekkage. Waar komt die vandaan?

De straatarts Michelle van Tongerloo van de Pauluskerk in Rotterdam doet dat. Ze helpt één dag in de week daklozen. Niet alleen door schoenen te regelen voor iemand die op blote voeten op straat leeft. Maar ook door te luisteren wat er aan de hand is. En te doen wat ze kan. Als je echt iemand helpt, meer doet dan alleen dan wat van je wordt gevraagd, geeft dat veel energie.’

GvH: ‘Een oplossing bedenken is vaak niet zo moeilijk. Maar je moet wél eerst weten wat nodig is. Daar wringt het vaak. Als woningcorporatie weten we veel: hoeveel woningen we hebben, wat de kwaliteit is en wat we moeten bouwen, hoeveel woningzoekenden er zijn. Maar weten we als corporatiesector wat (toekomstige) huurders en woningzoekenden nodig hebben? Ik denk nog onvoldoende.

Mijn oplossing is simpel: vraag het de mensen zelf. Dat doen we als Staedion ook. Als we plannen hebben voor een wijk, spreken we huurders aan de keukentafel. Daarnaast komen we jaarlijks gemiddeld 43.000 keer bij de mensen thuis, bijvoorbeeld voor een reparatie. De vakman hoort en ziet wat er speelt. Net als de wijkverpleegkundige. Samenwerking met onze partners in de zorg levert ook waardevolle kennis op. Daar moeten we meer gebruik van maken.’

Bewoners, professionals in zorg en welzijn, en ontwerpers in een creatieve sessie.

Bewoners, professionals in zorg en welzijn, en ontwerpers in een creatieve sessie.

Wat levert samenwerking op voor de stad en de bewoners? 

FV: ‘Mensen willen fijn wonen in een wijk. De samenleving is echter versnipperd. Elke organisatie, van woningcorporatie tot zorginstelling, heeft een eigen belang. Het is lastig om samen hetzelfde doel voor ogen te houden: een prettige leefomgeving voor iedereen. Dat gaat verder dan alleen een woning of zorg. Eenzaamheid is bijvoorbeeld een groot probleem. In de Woonzorgchallenge brengen we partijen samen, zoals de gemeente, Staedion, partners in zorg en welzijn, architecten en ontwerpers, bewoners. Samen bedenken we creatieve oplossingen. 

De gesprekken, onder begeleiding van ontwerpers, vind ik minstens zo waardevol als de uitkomst. De partijen voelen zich samen verantwoordelijk. Een oplossing voor eenzaamheid is onder andere meer ontmoetingsplekken. Maar dat alleen is niet genoeg. Een prettige leefomgeving vraagt om een blijvende inspanning van iedereen.’

GvH: ‘We doen mee met een project in Den Haag Zuidwest, een complex met appartementen voor senioren inclusief een woonlocatie van zorginstelling Middin. Voor de prijsvraag van de Woonzorgchallenge brengt de Rijksbouwmeester verschillende werelden bijeen. Dat is al winst. We hebben de mond vol dat ouderen langer zelfstandig moeten blijven wonen. Maar wat betekent dat voor de ouderen zelf? Een woning is belangrijk, maar ouderen willen zich bijvoorbeeld ook veilig voelen en onderling contact hebben in het wooncomplex. 

Door samen door te denken, met bewoners én onder begeleiding van ontwerpers, komen we tot oplossingen waar we eerder niet aan dachten. Het voorstel van het winnende team nodigt bewoners uit om elkaar in de eigen wijk te ontmoeten.’ 

Artist impression van het winnend team in de Woonzorgchallenge.

Artist impression van het winnend team in de Woonzorgchallenge.

Hoe kijk je naar de toekomst van de sector?

FV: ‘Mijn advies: zet ontwerpers eerder in het proces in. Vaak komen zij pas in beeld als de uitwerking van een bouwplan nodig is. Ze kunnen juist meedenken aan het begin van een proces: wat is er nodig en voor wie? Ontwerpers zijn creatief, verbeelden ideeën en denken flexibel. Tijdens de Woonzorgchallenge hebben zij de verschillende teams begeleid. Dat werkte heel goed. Maar daarnaast blijft het ook noodzakelijk dat de bestuurder van de gemeente, of in dit geval de woningcorporatie, de geldende regel ter discussie durft te stellen in plaats van zich erachter te verschuilen. Innovatie vraagt om lef en de bereidheid om risico’s te nemen.’

GvH: ‘De woningcorporatie is onderdeel van de samenleving. We moeten goed kijken naar wat er nodig is en daarop inspelen. Door mee te doen aan een Woonzorgchallenge komen we tot innovatieve oplossingen. In de praktijk bestaan veel kaders en richtlijnen die innovatie remmen. Ik houd een pleidooi om eens anders te kijken en zeker om ontwerpers en ontwerpkracht in te zetten bij vraagstukken over de opgaven in de samenleving. Hopelijk is de aanpak in de Woonzorgchallenge er een van: goed voorbeeld doet goed volgen.’

* Francesco Veenstra is Rijksbouwmeester en als zodanig voorzitter van het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs. De Rijksbouwmeester adviseert gevraagd en ongevraagd over de architectuur en de stedelijke omgeving van het rijksvastgoed aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en directeur-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk. De Rijksbouwmeester heeft als adviseur van het Rijk een onafhankelijke positie.

Interview en tekst: Lisette Vos